KAPPERNONVERSATIE.

Zo nu en dan moet je wel: naar de kapper. Het is niet mijn hobby, eerlijk gezegd heb ik er een hekel aan. Ik stel het dan ook meestal zo lang mogelijk uit, maar ik ontkom er niet aan: zo 1x in de 6 weken moet het echt. Vroeger had ik lang haar, ik kon er bijna op zitten. Toen ik voor de klas ging was dat lastig. Als je je over een kind heen boog, had je gelijk een gordijn voor je ogen. Nu draag ik het nog steeds kort.

Gisteren was het weer zo ver. Ik keek in de spiegel en ben daarna in de auto gesprongen naar de kapper in Havelte. Daar kun je zonder afspraak terecht en ook deze keer was er plaats. Ik hoefde maar even te wachten. Dat vond ik niet erg, want er was genoeg te zien. Een wat oudere man werd zo ongeveer kaalgeschoren, gemillimeterd. Prima, als hij dat nu leuk vindt, is het goed. Niet echt interessant. Naast hem werd een dame geknipt. Dat was interessanter. Toen ik binnen kwam, dacht ik dadelijk: Wat kijkt ze chagrijnig, gaat er iets niet goed? Haar mondhoeken trokken naar beneden, niet echt vrolijk. Ze had heel dun, grijs haar, beetje lang. De man was klaar en ik mocht in de stoel. Schort om, haar nat gespoten, “Wat wilt u?” “Wat korter, flink uitdunnen”. De kapster begint. Intussen kijk en luister ik naar het gesprek naast mij. Dat gaat niet goed. Volgens de mevrouw doet de kapster het niet goed. “Zo moet het niet, dat heb je op school toch wel geleerd?” De kapster doet haar best en ik had medelijden met haar, want die mevrouw bleef haar onvrede uiten in niet mis te verstane woorden. Mijn kapster gaf aanwijzingen terwijl ze met mijn haar bezig was. De ander gaf het op. “Doe jij het maar, dit kan ik niet goed”. Van plek geruild. “Vindt u het goed, dat ik u verder help?” “Wel ja, als je me maar niet kaalknipt”. Nee, dat zal ze niet doen. Ze gaat verder waar de ander gebleven was en ik keek naar mijn buurvrouw. Haar haar werd op een bepaalde manier geföhnd en het slierterige haar werd langzamerhand een vol kapsel. Ik heb er met bewondering naar gekeken. Niet, dat ik het ook zo wil. Mijn kapster vraagt: “Wat doen we met de oortjes?” Ik schiet in de lach en zeg: “Laat die maar zitten.” Ze begrijpt me niet en vraagt verder. Ik wil ze niet helemaal vrij, gewoon het haar daar een beetje korter. Dat gebeurt. Als ze daarna ook nog vraagt: ”Wat doen we met het nekje?” en ik zeg :”Laat dat ook maar liever zitten”, denk ik: Wat een nonversatie, geef mij maar radio 1.

Mijn haar is weer bijgewerkt. Tot volle tevredenheid, dat wel.

Maar die conversatie? Nee, daarvoor ben ik niet geknipt.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.