Thema: Passend Onderwijs

“Uit een enquête blijkt, dat het merendeel van de directies in het basisonderwijs passend onderwijs heel positief beoordeelt. Het grootste deel van de leerkrachten reageert negatief”.

Dit bericht stond in alle kranten en was op radio en tv te horen.

Het verbaast me niet.

Een prachtig streven: elk kind op zijn/haar niveau onderwijs bieden. Ieder kind krijgt, wat het nodig heeft.

De theorie is ideaal, de praktijk ook?

Hoe gaat het op de werkvloer, in de praktijk dus?

Op een gemiddelde basisschool zijn er meestal combinatiegroepen van zo’n 25 à 30 kinderen. In de huidige praktijk ga je uit van 3 niveaus: gemiddeld, lager en hoger. In een combinatiegroep werk je dan met 6 niveaus. Ga er maar aanstaan, maar het lukt!  Het wordt echter wel steeds moeilijker, want er komen steeds meer andere problemen bij: dyslexie, dyscalculie, om nog maar niet spreken over ADHD, autisme, gedragsproblemen. Bovendien moet alles op papier gezet worden: alle handelingsplannen, groepsplannen en toetsen. Op papier moet alles in orde zijn. Administratieve zaken, die veel tijd vragen.

 Ook de contacten met de ouders worden intensiever. Dat is alleen maar goed, naar mijn gevoel, maar ze zijn niet altijd gemakkelijk: ouders stellen meer eisen, worden mondiger, zijn niet altijd reëel. We horen zelfs van toenemende agressie tegenover leerkrachten.

Als school word je afgerekend op de resultaten. Kale, koude cijfers, uitslagen van de toetsen, hoe staat alles op papier. Het bezoek van de inspectie lijkt daar vaak alleen op gericht. Een klassenbezoekje van nog geen kwartier lijkt alleen om die papieren rompslomp te gaan. Als je plannen op papier er goed uitzien, is het goed. Of ze ook daadwerkelijk uitgevoerd worden, lijkt van minder belang. Hoe de sfeer in de klas is, hoe het welbevinden van kinderen en leerkracht is, komt niet aan de orde.

 Elk van de kinderen moet dus, in die “ideale” situatie van passend onderwijs, individueel werk voorgezet krijgen, passend bij het niveau en als het even kan ook nog passend bij de interesse en talenten en eventuele problemen. En dat moet dan zonder extra handen in de klas, want die zijn wegbezuinigd.

Als leerkracht raak je gefrustreerd: “Het moet dus, maar ik krijg het niet voor elkaar “.

Geen wonder, dat het ziekteverzuim in het onderwijs relatief hoog is. Geen wonder dat leerkrachten afhaken, ook al vinden ze het werken met de kinderen fantastisch.

Geen wonder ook, dat directies positief staan tegenover passend onderwijs. Als alles goed op papier staat, lijkt dat een positief beeld van de school te geven.

Lijkt

Ik daag directies, bestuurders, staatssecretaris en minister uit om een weeklang op de werkvloer mee te draaien. Proef de sfeer in de klas. Doe alle administratieve zaken, voer de gesprekken met ouders, volg de vergaderingen en neem deel aan de cursussen.                        

Daarna nog eens die enquête.

Passend onderwijs? Passend bij wie of bij wat?

Ik heb grote vraagtekens!

 

 

Passend onderwijs (2)

Hoera! Onze lieve zoon Kees mag naar het speciaal onderwijs. Na jaren van strijd is het eindelijk gelukt! We zijn heel blij en dankbaar!

Dit bericht stond  vorige week op facebook. Felicitaties volgden.

Ik schrok ervan.

Zo’n 5 jaar geleden was ik nog zijdelings verbonden aan deze school, Ik ken dat jongetje niet persoonlijk, omdat ik niet in die groep werkzaam was, maar ik hoorde wel van de zorgen om hem. Zorgen van de ouders en van de leerkrachten: “Kan deze/ onze school hem de zorg bieden, die hij nodig heeft?” Grote vraagtekens, maar eigenlijk was het antwoord wel duidelijk: “Nee”. Bij de ouders en bij de leerkrachten. Niet bij de instantie, die dat bepaalt. De school moet passend onderwijs bieden . hoe je dat doet, bekijk je maar. Kort door de bocht, dat besef ik wel.

Nu pas, 4 jaar later, komt hij in aanmerking voor het speciaal onderwijs.

Passend onderwijs. Prima. Maar waar zijn de extra middelen, extra handen in de groep? Wegbezuinigd. Voor Kees waren ze er niet. Hij heeft 4 jaar lang moeten functioneren op een niveau, dat hij niet aankon. Leerkrachten hebben alles gedaan, maar raakten gefrustreerd: Dit is niet goed. Ouders moesten hun jongetje opvangen, als hij ontdaan uit school kwam. Ze plaatsen een juichend bericht op facebook nu Kees wel speciaal onderwijs gaat krijgen…

Dit herinnerde ik me, toen ik gisteravond de reportage in Nieuws uur (of 1 vandaag) zag. Een jongetje, dat niet naar school ging en computerspelletjes speelde op de bank thuis. Geen school voor hem te vinden. De ouders weten het niet meer, hebben alles geprobeerd. Het jongetje wil graag naar school, maar vertelt huilend, dat het niet goed gaat  in de drukke klas van ongeveer 30 leerlingen. De school zegt, dat ze wel passend onderwijs aan hem kan bieden.

Dat vraag ik me dus af: Wie vinden dat? De minister, staatssecretaris,  de besturen, directies, leerkrachten, ouders of niet te vergeten de kinderen?

Ik vond de reportage hartverscheurend.

Nogmaals  daag ik de minister, de staatsecretaris, de besturen  en de directies uit om een tijdlang mee te draaien op de werkvloer.

Praat met de kinderen, de ouders en de leerkrachten.

Misschien dat we daarna echt passend onderwijs kunnen realiseren.

Ik werk er graag aan mee.