SPORTIPOSITIVITEIT

Sportipositiviteit

Sport is heel belangrijk voor lichaam en geest. Dat geloof ik wel, dat weet ik ook wel, maar ik beoefen de sport alleen passief. Nou ja, ik hoepel elke dag. Voor de spiegel in mijn kamer. Het geheel wordt al wat soepeler dan in het begin, maar om nu te zeggen, dat het er sierlijk uitziet? Nee. Sommige van mijn neven en nichten kunnen het veel mooier. Geen topsport. Ik kijk wel eens naar Nederland in beweging, vanaf de bank. Voorrecht van iemand, die niet meer om half 9 voor de klas hoeft te staan. Voor de klas staan is trouwens wel topsport! Maar dat is een ander verhaal.

Deze weken kun je  sport niet  ontkomen, dan zou je geen tv, radio of een ander medium moeten gebruiken. Voetbal, atletiek, tennis, formule 1, wielrennen.

Die autoraces zeggen me niets. Max Verstappen doet het goed, maar ik vind die wedstrijden griezelig, gevaarlijk, ik kijk er niet naar. Ook niet naar de TT van Assen. Vroeger gingen we met mijn vader wel kijken bij Havelterberg: al die motoren, die voorbij raasden. Wat een snelheid, wat een lawaai. Heel stoer. Maar eerlijk gezegd vind ik dat geen topsport. Het team, dat het meeste geld van de sponsor krijgt, heeft de beste machines en heeft daarom de meeste kans om te winnen.

Atletiek vind ik wel mooi om naar te kijken. Atletiek is de moeder van alle sporten. Ik heb aan de start van de atletiekbaan in Olympia gestaan en ook de finish bereikt, maar niet in een toptijd, zoals Daphne Schippers dat zou kunnen. Het was er bloedheet, Ik heb op die oude tribunes gezeten en in de reisgids gelezen, hoe het er toen aan toe ging: Spartaans.

Ik kijk ook graag naar de Tour de France. Niet om het fietsen, want ik kan me niet voorstellen, dat je het leuk vindt om bijvoorbeeld de Mont Ventoux op de fiets te beklimmen. In de auto is dat wel heel mooi, maar op de fiets? Is dat gezond? Nee, ik kijk graag naar de Tour, omdat er zoveel mooie beelden van het landschap en van bijzonderheden te zien zijn. De laatste jaren vertellen de commentatoren ook veel over de omgeving en over de geschiedenis, die zich daar heeft afgespeeld.

Het EK voetbal viel me een beetje tegen. Toen België uitgeschakeld was, was de lol er voor mij af. Ik heb me wel vermaakt met al die bijzondere kapsels. Je moet als kapper toch wel een beetje gek zijn om zulke creaties te maken en als speler dubbelgek om die te willen dragen.  

Wij Nederlanders zijn ook een beetje gek, denk ik. Als een sporter of een team een topprestatie heeft geleverd, worden alle steden oranje, zijn we euforisch. Als de volgende prestatie tegenvalt, zijn we verbijsterd. Dan deugt er niets meer van de trainer, van de voorbereiding, van de spelers, Dan hangen de vlaggen bij wijze van spreken halfstok.

Al die atleten, spelers, trainers, krijgen een enorme druk opgelegd om te presteren. Ze moeten zich waar maken. En als ze dat niet kunnen, laten we hen als een baksteen vallen. Geen wonder, dat sommigen (of velen) naar doping grijpen.

Dat vind ik sportinegativiteit. Dat woord bestaat helemaal niet en ik voeg er gelijk nog een nieuw woord aan toe: sportipositiviteit. Daar ga ik voor. Genieten van de goede prestaties, steun, als het even niet lukt.

Beide woorden kun je ook toepassen op het gewone leven. Ik zit niet op Twitter, maar ik hoor en lees wel, wat daar zoal op gepubliceerd wordt. Daar word je niet vrolijk van. Zelfs doodsbedreigingen. Blijkbaar kunnen veel mensen een teleurstelling of een tegenslag niet verwerken.

Hoe komt dat toch?

Iets om over na te denken.