Ogen dicht en rennen maar!

Dit stond in een verkeersboekje als mogelijk antwoord op de vraag, wat je moet doen als je gaat oversteken. Dat is lang geleden, maar ik vind het nog steeds leuk. Ik heb het vaak gebruikt tijdens de verkeerslessen. Het schoot me weer te binnen, toen ik met VVN in aanraking kwam. Sinds januari ben ik namelijk secretaresse van de plaatselijke afdeling van Veilig Verkeer Nederland.

Veiligheid in het verkeer is heel belangrijk. Het gaat tenslotte om  mensenlevens. Daarvan ben ik me altijd bewust geweest. Van jongs af aan. Ik heb mijn verkeersdiploma met lof gehaald en mocht de burgemeester een hand geven bij de prijsuitreiking. Een hele eer, want de burgemeester was natuurlijk een heel belangrijk persoon. Hij was een keer bij ons thuis en stond heel lang met mijn vader te praten in de hal, terwijl ik op de wc zat. Het duurde en duurde, ik durfde niet tevoorschijn te komen: je komt toch zeker niet uit het toilet, waar de burgemeester bij is? Nee, natuurlijk niet, die man gaat nooit naar de wc.. Die verkeert niet in die situatie.

Ben ik weer terug bij het verkeer. Om eerlijk te zijn: verkeersles geven vond ik niet echt leuk. Ik heb die natuurlijk wel gegeven, maar had altijd het idee, dat de kinderen alles al wisten. De kunst is hen zover te brengen, dat ze de regels ook echt toepassen. En ik heb niet de illusie, dat me dat gelukt is. Kijk maar om je heen: fietsen zonder licht; aan de verkeerde kant van de weg; met z’n vieren naast elkaar; enz. enz. Ook ouders geven lang niet altijd het goede voorbeeld. Ik heb mijn wijze hoofd geschud toen een gezin met een paar jonge kinderen vlak voor mij de weg overstak en aan de verkeerde kant van de weg verder fietste. Dat was korter. We kwamen net uit de kerk en ik schoot ook in de lach: Heb je net de wet gehoord! Lekker goed voorbeeld voor de kinderen. Alle verkeerslessen in de prullenbak.

Toch ben ik nu dus secretaresse van VVN. Zo maar in een dolle bui gereageerd op een advertentie (ogen dicht en rennen maar??) en ik blijf me verbazen. De eerste vergadering, die ik bijwoonde werd ik verrast door het enthousiasme van al die vrijwilligers. Ik snapte niet de helft van waar ze het over hadden ( BROEM?? SCOOTMOBIELCURSUS?? SNELHEIDSMETING??)  en in mijn ogen was het een zootje ongeregeld, maar iedereen was heel gemotiveerd. Sommigen zelfs fanatiek. Mijn voorganger bijvoorbeeld. In 2 weken tijd kreeg ik meer dan 100 mailtjes van hem en die moest ik ook liever gisteren dan vandaag beantwoorden. Als er een mail binnenkomt, klinkt er een geluid op mijn tablet. Voor die VVN-mails klinkt er een ander riedeltje en dat riedeltje klonk me veel te vaak. Op een gegeven moment heb ik hem dan ook laten weten, dat er ook andere dingen dan VVN-zaken belangrijk zijn. Dat hielp, al vond hij dat niet leuk. Ik ben benieuwd, hoe het me verder bevalt. Dit is wel heel iets anders, dan ik gewend ben. We doen ook mee aan snelheids- en alcoholcontroles met de politie en we krijgen een slipcursus. Kijk, die dingen vind ik leuk. Een slipcursus heb ik altijd al gewild, maar is er nog nooit van gekomen.

Ogen dicht en rennen maar?

Heb ik niet gedaan na mijn leven in het onderwijs. Leuk om eens verder over te filosoferen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.